Impressie Workshop Tanclub 2011
“Dit diertje heeft een vlakke achterhand, daar moet je niet mee fokken!” ........... ” Als een keurmeester 16 of 17 punten laat noteren op de beoordelingkaart, betekent dat eigenlijk dat je daar niet verder mee moet gaan” ………….” Deze ram heeft een brede borst, maar hoe bepaal je dat nu eigenlijk” ……………” Koop niet zomaar lukraak enkele fokkonijnen op, maar bouw een eigen stam op, daarmee voorkom je geluktreffers” ……….
Zomaar enkele uitspraken van enkele aanwezigen tijdens de workshop van de Tanclub.
Op zaterdag 25 juni 2011 organiseerde de foktechnische commissie van de Tanclub een workshop. Zo’n 27 Tanfokkers waren aanwezig in een van de zalen van camping White Horse in Hulshorst. Om 9.00 uur waren er al enkele leden aanwezig om de zaal in gereedheid te brengen voor deze speciale dag.
Na de koffie met cake opende de dagvoorzitter dhr. Groen de workshop. Na een korte openingsinleiding kon een ieder zich persoonlijk voorstellen. Een korte voorstelronde, waaruit bleek dat er fokkers aanwezig waren met weinig én veel fokervaring. Dhr. Pijlman spande daarbij de kroon; hij vertelde dat hij al 64 jaren Tan konijnen in zijn hokken heeft.
In het eerste uur van de ochtend werden persoonlijke ervaringen uitgewisseld aangaande fokperikelen van dit seizoen, opfok, voeding, selectie en verzorging.
Enkele aanwezigen hadden negatieve ervaring met een vroege fok in januari en februari. Zij hadden te kampen met veel dode jonge konijnen/nestjes.
Dhr. Duindam gaf aan dat het toch wel een beetje tegen de natuur indruist om al zo vroeg te fokken. Aan de andere kant heb je wel de mogelijkheid om eens een nieuwe combinatie van ram en voedster uit te testen én om toch dieren te kunnen voorbrengen voor de vroege tentoonstellingen.
“Een jong diertje is na ca. 5 á 6 maanden uitgegroeid en op een leeftijd van 6 á 7 maanden bevindt zo’n diertje zich dan op de top! Daar houdt je dan rekening mee met insturen voor de shows” was een reactie van iemand anders.
Dhr. Van der Steeg vult aan “…zorg voor een scherpe selectie…..slechte voedsters met werpproblemen, slecht zooggedrag kun je beter wegdoen…ook al zijn ze nog zo mooi! Beter 5 goede dieren in je hokken dan 50 matige dieren…..”
Verschillende fokkers vullen aan met diverse goede en andere bruikbare tips aangaande opfok en verzorging.
“Geef jonge dieren volop korrels, water en hooi…..nadat de dieren een leeftijd hebben van ca. 6 maanden en de opeenvolgende drie verharingen hebben voltooid kun je overgaan op onderhoudsvoer. Een streefgewicht van 2,6 tot 2,7 kg is heel mooi….” aldus een fokker….. “Ook het verstrekken van goed hooi is essentieel voor de spijsvertering……peuter maar eens enkele konijnenkeutels uit elkaar….je ziet echt het verschil tussen mest van dieren die wel/ geen hooi hebben gehad…!”
Het voeren van goed hooi is belangrijk. Hooi dat vochtig is geweest kan schimmels bevatten.
Hierin ontwikkelt zich mijt. De mijt kan zich ook nestelen in de vacht en huid van een konijn en veroorzaakt kale plekken.
Het tweede gedeelte van de ochtend werd besteed aan het beoordelen van de meegebrachte dieren. We werden opgedeeld in drie verschillende groepen om de dieren met elkaar te bespreken en onze bevindingen in grote lijnen te noteren.
Er waren zwarte tandieren van de maanden februari, maart, april en mei aanwezig.
Een fokker had een dier in de Feh kleur meegebracht.
Er was zelfs een voedster met vier jonge diertjes meegebracht.
Een hele klus, maar er werd scherp en serieus beoordeeld.
Het viel mij op dat een redelijk aantal dieren maar moeilijk in stelling kwamen. Hierdoor is het toch lastig om een dier een juiste beoordeling te geven.
Een flink aantal dieren lieten het afweten in type en bouw, kopvorm, oorstand/structuur en tankleur. Hierdoor kregen toch nog een redelijk aantal fokkers het advies om niet met deze dieren door te gaan.
“…Deze dieren hoef ik dus echt niet mee te nemen naar de jong dierendag in Veenendaal….” sprak een van de deelnemers een beetje teleurgesteld.
Na de borrel en een goed verzorgde lunch begonnen we om ca. 14.00 uur aan de volgende ronde: “de finale”.
Dhr. Van de Steeg begon aan de bespreking van een aantal dieren. Hierbij nodigde hij telkens iemand uit om met hem van gedachte te wisselen over een aantal onderdelen/ beoordelingsaspecten van het voorgebrachte dier.
Zaken als type, bouw, kopvorm, oren, tanpatroon en tankleur passeerden daarbij de revue.
“we doen dat kritisch, maar rechtvaardig….” aldus dhr. Van der Steeg “…misschien komt een oordeel soms hard aan, maar het is opbouwend bedoeld. Een fokker moet weten waar hij met zijn/haar dieren aan toe is.”
Diverse fokkers werd door hem gevraagd en bevraagd, om een oordeel te geven over een of meerdere beoordelingsonderdelen van een dier. “… bij deze ram kan de kop veel mannelijker en de voorhand moet beter gevuld… met zo’n dier moet je niet verder willen…” was een uitspraak van de keurmeester.
Ook ik had twee dieren meegenomen en voor een van deze twee dieren kreeg ik het advies om hier vooral niet mee door te gaan. Het is wel even slikken als je zo’n oordeel krijgt over een van jouw dieren.
Een leerzame dag, maar wel een dag met een dubbel gevoel. Er is immers nog veel werk aan de winkel.
Met vriendelijke groeten,
Theo Smeeman uit Dronten.