Tentoonstellingen zijn onder te verdelen in:
- jongdierendagen
- verenigingstentoonstellingen
- open tentoonstellingen
- nationale tentoonstellingen
- Bijzondere open tentoonstellingen (bijv. de Bondstentoonstellingen, jeugdtentoonstellingen, speciaalclubtentoonstellingen e.d.)
Voor elke tentoonstelling wordt een vraagprogramma samengesteld. In dit vraagprogramma staat welke dieren er kunnen worden ingestuurd, dus gevraagd worden.
Ook staat hierin vermeld welke keurmeesters de dieren zullen gaan keuren en ook een overzicht van de te winnen prijzen ontbreekt daar niet in.
Zo'n vraagprogramma ontvangt u van of bestelt u meestal bij de secretaris van de organiserende vereniging.
Het vraagprogramma bevat ook het inschrijfformulier waarop u de gegevens van uw in te sturen dieren vermeldt. Ook dient u daar het nummer van uw fokkerskaart op te vermelden.
Let op: Hoenders en Siervogels dienen altijd ingeënt te zijn tegen Pseudo-vogelpest, u dient bij het inkooien een kopie van het inentingsbewijs te overleggen.
Dieren die u instuurt naar een tentoonstelling moeten altijd herkenbaar zijn. Konijnen moeten in hun oren getatoeëerd zijn, hoenders, siervogels, sierduiven en eenden moeten een niet afneembare ring om hun poten hebben.
Cavia's worden niet getatoeëerd, doch dragen een pleister met het kooinummer in het oor.
Kleine knagers worden niet gekenmerkt.
De tentoonstelling zelf is een groots gebeuren waarvoor veel werk verzet moet worden. Uw hulp daarbij wordt altijd zeer op prijs gesteld door de tentoonstellingsorganisatie.
Werkzaamheden, zoals kooien ophalen op de avond voor het opbouwen, het opbouwen zelf en alles wat daar bij komt, is een omvangrijke klus en hulp is hierbij noodzakelijk.
Ook de keurdag vergt heel veel inzet van iedereen. Iedere keurmeester krijgt een schrijver toegewezen en bij de konijnen en cavia's is er ook nog een aandrager die de dieren ophaalt en naar de keurmeesterstafel brengt.
De keurmeesters keuren de dieren op hun raskwaliteiten en geven de dieren naar aanleiding hiervan een beoordeling, welke door de schrijver wordt genoteerd op een beoordelingskaart. De beoordeling wordt onderaan op deze kaart uitgedrukt door middel van een predikaat.
De predikaten zijn U (uitmuntend), F (fraai), ZG (zeergoed), G (goed), M (matig) en een O (onvoldoende). Deze predikaten worden dan weer onderverdeeld in cijfers, bijvoorbeeld 1ste U, 1ste F, 2e F, 3e ZG enz, enz.
Predikaten worden verder nog voorzien van een puntenbeoordeling, bijvoorbeeld ZG 93.
De beoordelingskaarten worden na de keuring meestal boven de kooien gehangen, zodat de fokkers en het publiek hiervan kennis kunnen nemen.
Nadat iedere keurmeester zijn/haar beste dier(en) heeft uitgezocht zullen de hoofdereprijzen-keurmeester gaan bepalen welke dieren de titel "mooiste dier van de tentoonstelling" zal krijgen, dus de uiteindelijke kampioenen zullen zijn.
Vroeger waren deze keuringen altijd achter gesloten deuren en alleen toegankelijk voor het bestuur, schrijvers en aandragers. doch tegenwoordig komen er gelukkig steeds meer voor het publiek toegankelijke keuringen.
Uiteraard is het voor de schrijver, de aandrager en voor het publiek beslist niet toegestaan om zich met de feitelijke zaken, wat betreft de te keuren dieren, te bemoeien.
Nadat de prijswinnaars zijn uitgezocht moet er keihard gewerkt worden om de catalogus op tijd klaar te krijgen. In deze catalogus staan de dieren met hun predikaten, de prijswinnaars van de hele show en een adressenlijst van alle inzenders.
Meestal wordt enkele uren na de keuring van de tentoonstelling deze officieel geopend, waarna dan vaak direct de uitreiking van de hoofdereprijzen plaats vindt, altijd een heel gezellig en spontaan gebeuren.
Als de show achter de rug is en de dieren aan het eind van de tentoonstelling zijn uitgekooid gaat het afbreken en opruimen beginnen. Dit is niet altijd het leukste werk maar met hulp van een flink aantal mensen is deze klus vaak rond koffietijd `s avonds wel geklaard.
Na een kopje koffie, een drankje en wat te eten, kan iedereen dan weer met een tevreden gevoel naar huis gaan en dan stilletjes alweer gaan denken aan de volgende tentoonstelling